De detecteerbaarheid (Detectability) in een FMECA-analyse verwijst naar de kans dat een fout of defect wordt ontdekt voordat het leidt tot een storing of schade. Net als de ernst wordt de detecteerbaarheid beoordeeld op een schaal van 1 tot 10. Een lagere score betekent dat de fout gemakkelijk kan worden opgespoord, terwijl een hogere score aangeeft dat het moeilijk is om de fout te detecteren voordat deze gevolgen heeft.

Hier is hoe je de detecteerbaarheid kunt beoordelen:

1. Detecteerbaarheid Niveau 1-3 (Hoog detecteerbaar)

  • Wat betekent dit? De fout is zeer gemakkelijk te detecteren door het controlesysteem, monitoringtools of visuele inspectie voordat het leidt tot een storing.
  • Voorbeeld: Een eenvoudig waarschuwingssysteem geeft meteen aan wanneer er een probleem is, zoals een visueel alarm voor lage olie in een motor.
  • Detecteerbaarheidsscore: 1-3

2. Detecteerbaarheid Niveau 4-6 (Gemiddelde detecteerbaarheid)

  • Wat betekent dit? De fout is te detecteren, maar vereist enige aandacht van het personeel of het systeem. Het kan nodig zijn om regelmatig metingen of inspecties te doen om het probleem te identificeren.
  • Voorbeeld: Een temperatuursensor detecteert afwijkingen, maar alleen als de waarden buiten een bepaalde drempel komen, en er is geen direct alarm of signaal.
  • Detecteerbaarheidsscore: 4-6

3. Detecteerbaarheid Niveau 7-8 (Laag detecteerbaar)

  • Wat betekent dit? Het is moeilijk om de fout te detecteren voordat deze een storing veroorzaakt. Specifieke controles of meer geavanceerde sensoren zijn nodig om de fout op te sporen.
  • Voorbeeld: Een fout in een intern systeem dat alleen zichtbaar is bij diepgaande analyses of speciale diagnostische tools, zoals een elektronische storing in een printplaat die geen direct effect heeft op zichtbare onderdelen.
  • Detecteerbaarheidsscore: 7-8

4. Detecteerbaarheid Niveau 9-10 (Zeer laag detecteerbaar)

  • Wat betekent dit? Het is bijna onmogelijk om de fout op te sporen voordat het probleem zich voordoet. Er zijn geen systemen of signalen die de fout duidelijk maken voordat er een storing of schade optreedt.
  • Voorbeeld: Een interne mechanische slijtage die pas zichtbaar wordt wanneer het onderdeel volledig faalt, zoals een as die breekt zonder eerdere waarschuwing.
  • Detecteerbaarheidsscore: 9-10

Hoe de Detecteerbaarheid te beoordelen:

  1. Beoordeel het systeem of de technologie die beschikbaar is voor detectie: Zijn er sensoren of monitoringsystemen geïnstalleerd die het probleem kunnen detecteren?
  2. Overweeg de effectiviteit van inspectie of monitoring: Hoe waarschijnlijk is het dat personeel of het systeem de fout opmerkt voordat deze leidt tot een storing?
  3. Denk aan visuele inspecties en alarmsystemen: Heeft het systeem voldoende alarmen of visuele signalen om snel een probleem te identificeren?

Voorbeelden van detecteerbaarheid:

  1. Voorbeeld met hoge detecteerbaarheid (Score 1-3):
  • Fout: Koelsysteem valt uit.
  • Detectie: Het systeem is uitgerust met temperatuur- en vochtigheidssensoren die direct een alarm afgeven wanneer de waarden buiten het normale bereik vallen.
  • Detecteerbaarheidsscore: 2, omdat het probleem gemakkelijk en snel kan worden gedetecteerd door het monitoringssysteem.
  1. Voorbeeld met gemiddelde detecteerbaarheid (Score 4-6):
  • Fout: Motor draait niet.
  • Detectie: De fout kan worden ontdekt door het systeem te controleren, maar de operator moet opmerken dat de transportband stilstaat. Het is detecteerbaar, maar vereist actieve aandacht van de operator.
  • Detecteerbaarheidsscore: 5, omdat het niet meteen opvalt zonder controle van de operator.
  1. Voorbeeld met lage detecteerbaarheid (Score 9-10):
  • Fout: Interne slijtage van een as in een motor.
  • Detectie: Er zijn geen sensoren die dit probleem opmerken, en het probleem wordt pas zichtbaar wanneer de as volledig breekt en de motor stopt.
  • Detecteerbaarheidsscore: 9, omdat er geen waarschuwingssignalen zijn totdat de fout optreedt.

Samenvatting van de detecteerbaarheidsscores:

  • 1-3: Gemakkelijk te detecteren, het probleem wordt snel opgemerkt door het systeem of visuele inspectie.
  • 4-6: Detecteerbaar, maar vereist enige inspectie of monitoring.
  • 7-8: Moeilijk te detecteren, speciale inspectie- of diagnosesystemen zijn nodig.
  • 9-10: Bijna onmogelijk te detecteren, het probleem wordt vaak pas ontdekt wanneer er een storing is opgetreden.

In je FMECA-analyse moet je de detecteerbaarheidsscore toekennen op basis van de technische mogelijkheden van het systeem en hoe snel een probleem kan worden opgemerkt voordat het gevolgen heeft.