Occurrence (of “Frequentie”) in een FMECA-analyse beschrijft hoe vaak een specifieke fout of storing naar verwachting zal optreden. Dit is een inschatting van de kans dat een fout zich voordoet in een bepaald systeem of onderdeel, en het helpt bij het beoordelen van het risico dat aan die fout is verbonden.

De occurrence wordt beoordeeld op een schaal van 1 tot 10, waarbij:

  • 1 betekent dat de fout zeer zeldzaam voorkomt (bijna onmogelijk).
  • 10 betekent dat de fout zeer vaak voorkomt (bijna gegarandeerd).

Hoe de Frequentie (Occurrence) te bepalen:

De inschatting van de frequentie kan gebaseerd zijn op historische gegevens, ervaring, statistieken of simulaties. Hoe vaker een fout naar verwachting zal optreden, hoe hoger de score. Als er bijvoorbeeld regelmatig onderhoudsproblemen zijn geweest of als de component bekend staat om vaak defect te raken, zal de occurrence-score hoog zijn.

Schaal voor Occurrence:

ScoreFrequentie BeschrijvingVerklaring
1Zeer zeldzaamDe fout komt bijna nooit voor; < 1 op 1.000.000 kans.
2ZeldzaamDe fout komt zeer weinig voor; ongeveer 1 op 100.000.
3Af en toeKomt incidenteel voor, maar zeldzaam; ongeveer 1 op 10.000.
4Matig zeldzaamDe fout treedt af en toe op; ongeveer 1 op 2.000.
5SomsDe fout komt regelmatig voor; ongeveer 1 op 500.
6Matig frequentTreedt redelijk vaak op; ongeveer 1 op 200.
7VaakDe fout komt vaak voor; ongeveer 1 op 100.
8Zeer vaakDe fout komt regelmatig voor; ongeveer 1 op 50.
9Bijna zekerDe fout is bijna gegarandeerd; ongeveer 1 op 20.
10ZekerDe fout zal zeer waarschijnlijk optreden; > 1 op 10 kans.

Voorbeeld van Occurrence in FMECA:

Stel dat je een productielijn hebt met een motor die soms oververhit raakt door slijtage:

  1. Als de motor normaal gesproken goed onderhouden wordt en er geen bekende problemen zijn, maar je hebt in de afgelopen jaren een storing gehad bij 1 op de 10.000 motoren, zou de occurrence-score rond een 3 liggen (af en toe).
  2. Als er echter regelmatig oververhittingsproblemen zijn, waarbij motoren vaker stoppen of uitvallen (bijvoorbeeld 1 op de 100 keer), dan kan de occurrence-score richting een 7 gaan (vaak).
  3. Als je te maken hebt met een motor die altijd snel oververhit raakt zonder onderhoud, en storingen zijn bijna gegarandeerd binnen een kort gebruiksinterval, dan kan de occurrence-score een 9 of 10 zijn (bijna zeker of zeker).

Informatiebronnen voor het bepalen van Occurrence:

  • Historische gegevens: Als er eerdere storingen zijn geweest, kun je kijken naar hoe vaak ze hebben plaatsgevonden om de frequentie te bepalen.
  • Onderhoudsrapporten: Deze kunnen inzicht geven in de betrouwbaarheid van onderdelen en hoe vaak storingen optreden.
  • Levensduur van componenten: Sommige onderdelen hebben een beperkte levensduur, wat aangeeft hoe vaak ze kunnen falen.
  • Fabrikantenspecificaties: Voor nieuwe onderdelen kan de fabrikant informatie geven over de verwachte faalkans of gemiddelde levensduur.

Voorbeeld in een FMECA-tabel:

ItemFunctieFoutmodusOorzaak van FoutEffect van FoutErnst (1-10)Frequentie (1-10)Detecteerbaarheid (1-10)RPN
1Motor aandrijving transportbandMotor stoptSlijtage van motorProductielijn stopt873168

In dit voorbeeld heeft de motor een frequentie van 7, wat aangeeft dat de fout vaak voorkomt.

Waarom is Occurrence belangrijk?

De frequentie helpt bij het prioriteren van fouten. Een fout met een hoge frequentie vereist mogelijk meer aandacht, zelfs als de ernst lager is, omdat het risico op herhaling groot is. Door de occurrence te combineren met ernst en detecteerbaarheid, kun je de meest risicovolle storingen identificeren en effectief maatregelen nemen om de betrouwbaarheid van je systeem te verbeteren.

Heb je nog verdere vragen over occurrence of een ander aspect van FMECA?